Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering
Artikel 91b
1
Ten aanzien van de persoon wiens eerste dag van arbeidsongeschiktheid is gelegen voor 1 januari 2004 blijven de artikelen 19, met uitzondering van het tweede lid, laatste zin, 34 en 75a van toepassing zoals deze luidden op 31 december 2003, met dien verstande dat met ingang van de inwerkingtreding van de Zorgverzekeringswet het krachtens artikel 75a, vierde lid, tweede zin, te verhalen bedrag respectievelijk het krachtens artikel 75a, vijfde lid, aan ?s Rijks kas af te dragen bedrag wordt vermeerderd met de vergoeding, bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet, over de uitkering.
2
Indien de arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt herzien in verband met een voor 1 januari 2004 ingetreden toeneming van de arbeidsongeschiktheid, zijn de artikelen 37, met uitzondering van het derde lid, laatste zin, 40 en 41 van toepassing, zoals deze luidden op 31 december 2003.
3
Voor de toepassing van het eerste en tweede lid worden perioden van ongeschiktheid tot werken geacht eenzelfde, niet onderbroken periode van ongeschiktheid te vormen, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen of indien zij direct voorafgaan aan en aansluiten op een periode waarin uitkering in verband met zwangerschap of bevalling op grond van artikel 3:7, eerste lid, 3:8 of 3:10, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg wordt genoten, tenzij de ongeschiktheid redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien uit dezelfde oorzaak.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.